Zakelijk

Geschiedenis Bruins Saasveld

Jubileum Dancing Bruins 65 jaar!

SAASVELD - We schrijven de jaren rondom 1700 als er sprake is van een herberg op de plek waar thans Bar Dancing Partycentrum Café Bruins gevestigd is. De eerste waard, herbergier werd “Willem in de Poort” genoemd. Op de plaats van de huidige Plechelmuskerk stond in die tijd Kasteel Saterslo gelegen in het water. Rondom dat kasteel was er de nu nog bestaande gracht, maar tevens werd er nog een tweede gracht gegraven op slechts enkele meters afstand van het huidige café Bruins. Vandaar dat de eerste waard de naam “Willem in de Poort” kreeg.

In de 19de eeuw was er naast de herberg ook een kruidenierswinkel met onder andere koloniale waren, een bakkerij en tevens een boerderij gevestigd. Het werd allemaal door Egbertus Luttikhuis en later door diens weduwe Hermina Evelo bestierd. Zelfs nog in de 20ste eeuw kreeg men van oudere inwoners van Saasveld de opmerking: “Oh, ie bent d’r een van Evelo’s Mina”.

De kinderen namen de herberg, kruidenierswinkel en boerderij over. Egbertus en zijn zus Hanna hadden echter geen mannelijke opvolgers.  Egbertus Hendricus kreeg de bijnaaam “de Bakker” omdat hij een tijdlang een broodbakkerij had. Hij kon erg mooie verhalen vertellen, zodat hij bij de Saasveldse bevolking de bijnaam “De Leegbakker” kreeg vanwege de smakelijke verhalen die hij kon vertellen, maar die soms niet altijd de waarheid weerspiegelden.

Een andere zus van Egbertus was Sina, zij trouwde met het hoofd der lagere school in      Zenderen. Nog een andere zus, Berendina Maria Luttikhuis, geboren 14 maart 1872, trouwde met Gerardus Johannes Bruins, turfhandelaar en caféhouder in Stad Delden. Uit dat huwelijk werden 5 kinderen geboren. De jongste, Herman Cornelis, onze vader, werd geboren op 21 november 1898. Echter, het noodlot sloeg toe. Zijn moeder overleed al op 23 december 1900 op 28 jarige leeftijd, achterlatend haar man en 5 kinderen, waarvan onze vader Herman Bruins de jongste was, nog maar 2 jaar oud. Onze grootvader in café Bruins Delden verkeerde toen in grote problemen, vanwege de vroege dood van zijn vrouw en de nog jonge 5 kinderen. Een  oplossing werd gevonden door de jongste toe te vertrouwen aan 2 ongetrouwde tantes Hanna en Sina en zijn oom Egbertus Hendricus met de bijnaam “de Bakker” in Saasveld. Zij hebben de zorg op zich genomen voor de jonge Herman Bruins. Zodoende is het latere café Bruins  ontstaan in Saasveld.

In 1928 trouwde ons pa Herman met onze ma Mina Franken Volmerink, ook uit Saasveld. Zij kregen 6 kinderen, 4 zoons Harry, Bennie, Rinus en Gerrit plus 2 dochters Dinie en Anny, die allemaal hard mee moesten helpen, want zo ging dat in die tijd.

In 1928 werd ook nieuwbouw gepleegd: de verbouwing van het café en van de kruidenierswinkel. De boerderij werd opnieuw gebouwd in 1940, al tijdens de 2de wereldoorlog. Tijdens de 2de wereldoorlog werd in 1944 de caféruimte gevorderd door de Duitsers, Italianen en later de Engelsen. Een tijdlang verbleven er ook Nederlandse soldaten, onder andere Brabanders die terugkwamen vanuit de bezetting in Duitsland aan het eind van de oorlog. Maar dat waren geen besten. Ze trokken vanuit de bezetting in Duitsland baby’s uit de kinderwagens, en namen de kinderwagens en speelgoed mee naar Nederland.

Pa had na de oorlog een boerenknecht, Hein. Hij werd echter opgeroepen als soldaat tijdens de “politionele acties” in voormalig Nederlands Indië. Mijn vader Herman moest toen de 10 koeien alleen melken, wat ongeveer 2 uur in beslag nam. Onze ma wilde daarom 1,5 uur vroeger opstaan om pa daarbij te helpen. Dat wilde ik weer niet en ik besloot te helpen met het melken. Als 13 jarige, moest ik op de boerderij helpen, maar tegelijkertijd zat ik op de Mulo in Borne.

Een jaar later werd pa ziek, dat duurde zo’n 3 maanden. Een boerenknecht, daar was toentertijd geen aankomen aan en ik zei tegen mijn ouders dat ik wel een oplossing had: “dan ga ik van de Mulo af en kom ik op de boerderij helpen” Dit vond mijn ma geen goed idee, maar ze had geen keuze. Met 14 jaar ging ik van de Mulo af en was ik boer. Ik werd voor de leeuwen gegooid, werken wilde ik wel en het maakte mij niet uit wat! Maar ongeveer 8 jaar later zag ik geen toekomst meer in de boerderij. Ik was begonnen met venten van kruidenierswaren, 9 jaar gedaan, maar daar was ook geen brood mee te verdienen. Mij werd gevraagd wat ik dan wel wilde. Ik had plannen om een grote zaal te laten bouwen voor bruiloften en dansavonden op zondag. Dat besprak ik met mijn vader en moeder. “Nee” was het antwoord. Ik zei dat ik het dan niet verder wilde doen en dan wilde ik bij de politie. 

De zaal kwam er. Zo werd in 1960 op 2de Paasdag 17 april 1960 onder grote belandstelling van dorpsgenoten de nieuwe danszaal geopend. Op de zondagavond kwamen zo’n 300 gasten, vroeg op de avond rond 18:00 uur tot 22:00 uur de zaal betrekken tijdens “Het Bal”. Om 17:00 uur kwamen de meisjes hun tasjes al aan de stoelen hangen rondom de dansvloer. De muziekband “Klengola Stars” heeft 4 jaren voor een volle zaal gezorgd. In 1964 trouwde ik met “Kapper’s Fien” uit Vasse. We hebben elkaar destijds tijdens een bruiloft in Albergen ontmoet. Ik had haar na een tijdje wel gezegd dat ze goed moest weten of ze wel met mij verder wilde “Ik vind jou lief” zei ze. Ik zei het is keihard werken en samen op de bank zitten ’s avonds is er niet bij. Ik in het café en Fien in de keuken, altijd aan het werk. Na 3  maanden kwam ze met het antwoord. Ze wilde verder met mij. Fien heeft altijd keihard meegewerkt en had na ons trouwen in 1964 ook nog eens mijn broers in huis waar ze de was voor moest doen, strijken en koken. Fien was mijn grote liefde, mijn aanvulling, mijn grote steun en toeverlaat. “Harry, trek het oe nig an” zei ze regelmatig tegen mij. Fien was de chefkok tijdens bruiloften in de keuken. Beroemd is Fien’s “nachtpudding!” want die 20 schalen maakte ze ’s nachts als ze niet gestoord kon worden.

In de loop der jaren werd Bruins telkens  uitgebreid, want iedere keer was het weer te klein. Zelfs een kegelbaan werd gebouwd met 4 kegelbanen, maar dat bleek geen succes te zijn. Na 00:00 uur wilden groepen nog eten en lieten het eten koud worden. Mijn vrouw Fien zei: “Doe de kegelbanen toch bij de dancing aan!” En zo werd die omgetoverd tot een extra zaal met 2 bars: de Taveernebar. Het bleek alsnog een gouden idee te zijn! Zo hebben zich achtereenvolgens telkens uitbreidingen, moderniseringen, vernieuwingen plaatsgevonden. Op de zondagavond bieden de 7 zalen nu plaats voor 3000 personen, men komt van heinde en verre.

Mijn zelfbedachte slogan is: “Wie niet met de tijd meegaat, gaat met de tijd” “Wel nig met de tied met geet, geet met de tied” en “stilstand is achteruitgang”. Volgens deze begrippen heb ik altijd gewerkt. Telkens jezelf afvragen of het niet anders kan, of het beter of voordeliger kan. Ik ben een man van de praktijk en daar moet men het ook van hebben. In 1972 was ik de uitvinder van de consumptiemunt. Eerst bonnen, maar die werden nat, en daarna plastic munten laten maken. Discotheekhouders van het hele land kwamen bij ons kijken wat ik nu weer had bedacht. Jammer genoeg ben ik vergeten hier patent op aan te vragen!  In februari 1983 sloeg het noodlot toe: met een hartinfarct werd ik op 49 jarige leeftijd opgenomen in het ziekenhuis en ik de Abraham naast mijn bed kreeg. Als hartpatiënt kreeg ik in vijf weken drie hartinfarcten. Onderwijl heb ik nu 33 keer in het duurste hotel van Enschede, het MST gelogeerd! In feite was het mijn eigen schuld, ik had eerder bijvoorbeeld twee bedrijfsleiders in dienst moeten nemen. Met ongeveer 80 personeelsleden was het toentertijd teveel geworden om dat allemaal alleen met mijn vrouw te bestieren. Ook heb ik in die tijd veel steun gehad van mijn broer Rinus en zijn vrouw Maria. Het MST werd ik vaak horizontaal naar binnen gebracht, maar altijd heb ik die verticaal weer verlaten!

Algemeen werd gezegd: “Bruuns Harry wödt nich oald”. Mijn vrouw Fien en mijn kinderen        Monique en Patrick hebben vaak doodsangsten uitgestaan. Thans ben ik intussen 92 jaar, en zo dankbaar, men moet ook geluk hebben wat dat betreft.

Gelukkig gingen we wel op vakantie, de eerste jaren niet te ver weg want op de zondagmiddag reed ik weer terug naar de zaak om ’s avonds aanwezig te zijn en ’s nachts te tellen. Doodmoe reed ik in de ochtend weer terug naar ons vakantieadres. Toch heb ik er goede herinneringen aan overgehouden, vooral ook van mijn vrouw Fien van wie ik veel steun ondervond.

In 1991 hebben we discotheek “Blue Lou” in Hengelo gekocht en er na 4 jaar de discotheek “Genux” gevestigd.

Trots ben ik op onze zoon Patrick en dochter Monique die dit meer dan 10 jaar met een mooi resultaat runden naast Dancing Partycentrum Bruins met het jaarlijkse grote “Dak d’r af Festival” en het Bruins Volleybaltournooi, dit jaar op zondag 13 juli 2025. In 2011 zijn de aandelen van Bruins naar hen gegaan, ieder de helft. Ik hoop dat ook de derde generatie, mijn kleinkinderen, Bruins met veel plezier willen runnen.

Mijn vrouw Fien is op 8 januari 2021 helaas overleden. We gingen vaak uit eten want zoals ze zei: “Ik ben uitgekookt” en dit heb ik wel weer opgepakt want zo kom je vaak bekenden tegen om mee te praten. Ook Heracles ga ik graag naar toe. Ik wil met mijn wilskracht vechten om geen muurbloempje te moeten zijn.

Nog steeds ga ik, ondanks mijn hoge leeftijd, op de zondagavond graag even naar de zaak om daar buiten alles gade te slaan en met de jongeren te praten. Het is voor mij als de kers op de taart dat ik dat allemaal nog kan en mag mee-maken.

De laatste jaren op zondagavond komen veel touringcars van heinde en verre met bezoekers. De jongeren gaan dan ook niet met een slok op zelf achter het stuur zitten.

Vroeger was overal de zondagavond dѐ uitgaansavond met name in Twente en de Achterhoek. In de randstad Holland stapte men over naar de vrijdag- en zaterdagavond als uitgaansavond. Ook hier in Twente stapte men over op  die avonden bij veel dancings en disco’s. Discotheekhouders van de andere dancings in het land verklaarden mij voor gek toen ik besloot, als enige, om alleen de zondagavond aan te houden. “Ik heb liever dat jullie dat over mij zeggen dan een dokter, want dan kon dat nog wel eens zo zijn” zei ik dan.

Tegenwoordig is Bruins al 65 jaar! de enige grote dancing in het land die nog goed draait. Dit hebben we mede te danken aan alle ontelbare personeelsleden die door de jaren heen bij Bruins werkzaam zijn geweest. Met alle ups en downs kijk ik nog steeds bijzonder tevreden terug naar de situatie van vroeger en de huidige situatie. Dancing Bruins is een begrip en een merk geworden. Voor een groot deel heeft BRUINS SAASVELD op de kaart gezet!

 

 

 

 

Uw reactie