Uitgaan & Cultuur
‘Vrijheid in Oldenzaal’; een indrukwekkend schouwspel
OLDENZAAL - De eerste theaterwandeling ‘Vrijheid in Oldenzaal’ vond vorige week vrijdag voor het eerst plaats. De animo was zo groot dat er op deze eerste avond maar liefst vier groepen liepen. Bezoekers vonden het prachtig en emotioneel. De reacties waren louter lovend.
Bij de Herdenkingstuin, waar de wandeling start, krijgen we een witte anjer om op te spelden als teken van respect voor onze veteranen. De eerste scène wordt gespeeld door een militair die fragmenten uit dagboeken van het begin van de oorlog voorleest. “7 mei 1940. Het voelt als dreigend. Duitse troepen komen samen in Bentheim. Militaire voertuigen staan verdekt opgesteld.” Hoewel de mensen van de spoorwegen proberen de boel te saboteren, trekken de Duitsers toch het land binnen. Het opblazen van de IJsselbrug bij Deventer is de eerste verzetsdaad. “Oldenzaal is bezet. Er heerst veel angst. We hopen dat alles snel is afgelopen, maar of dat ooit zal gebeuren?”
De groep wandelt verder naar de Wilhelminastraat. Daar wachten een opa, kleindochter en een Duitse soldaat ons op. “Ik ben een vader uit Oldenzaal en ik heb twee zonen. En een kleindochter van onze oudste zoon. Ik ben gelukkig ouder dan 55.” Met de kleindochter voert hij een gesprek over haar vader, want die moet naar het voetbalveld. “Niet in tenue en gesport gaat er zeker niet worden. Hij moet op transport,” zegt opa. Dan loopt de soldaat op onze groep af. “Wie alt?” vraagt hij aan een man. Deze is ouder dan 55 en de soldaat loopt door. Naar een andere man, die precies 55 is. Hij wordt meegenomen en apart gezet op een door linten afgezet vierkant stukje grond. Dan blijkt een jongen in vrouwenkleding zich ongemerkt bij ons groepje gevoegd te hebben. De soldaat neemt hem ook mee. Hij blijkt ook tijdens de razzia te zijn opgepakt en vertelt hierover. “De voettocht naar Gronau was zwaar. Gelukkig viel ik in het kamp snel in slaap op het stro. Maar de volgende ochtend werden we om vijf uur al wakker gemaakt en om 7 uur moesten we klaar staan. We gingen te voet naar de trein die ons naar een kamp bracht waar we geulen moesten graven met onze handen en een eenvoudige schop. Eten was er genoeg. Vooral rode koolsoep.”
We gaan op weg naar de plek waar ooit het huis van Poortstraat 21 stond. Nu vind je hier de Sinti herdenkingssofa. Als we aankomen, staat een man viool te spelen. In 1941 woonden Daniël en Johanna Cohen hier met hun zoon Abraham. Tijdens de eerste grote razzia, waarbij jonge joodse mannen werden opgepakt, ontsprong ook Abraham de dans niet. Hij werd naar beulenkamp Mauthausen gebracht en overleed binnen twee maanden. Ook zijn ouders werden in 1942 afgevoerd. In Auschwitz overleefden ze de eerste selectie niet vanwege hun leeftijd. Het huis werd gevorderd. In 1943 woonde de familie Braun in het huis, maar de familie Weiss kwam hier ook wonen. Deze familie bestond vooral uit handelaren, vioolbouwers en muzikanten. Hun voorouders leefden in woonwagens, maar er gold een reisverbod in Nazi Duitsland. De wielen moesten eraf. In 1944 werden er zes mannen uit het huis gehaald en afgevoerd. In Westerbork werden de leden van de familie Braun vrijgelaten omdat ze geen Sinti of Roma waren, maar ‘gewoon mensen’. Oma Weiss was hiervoor al weggegaan met alle kleinkinderen, waaronder Jeanna. Zij kwam op 87-jarige leeftijd terug en onthulde de Sintisofa op de plaats waar haar huis ooit had gestaan. De vader en Jeanna voeren vanavond een gesprek over deze tijd.
Even later spelen dezelfde man en het meisje Arie Blazer en zijn dochter Roosje. Zij woonden in de Kerkstraat en vluchtten in 1940 uit Rotterdam. Ze dachten in Oldenzaal veilig te zijn. Helaas was niets minder waar. Op 26 augustus 1942 moest Arie zich melden, waarna hij naar het werkkamp in Putten werd gebracht. “Wanneer kom je terug?” vraagt Roosje. Voor hij vertrekt brengen ze samen zijn viool naar buurman Horsthuis, die hem zorgvuldig zal bewaren. Arie heeft hem nooit meer opgehaald…
We lopen over de markt naar de Kerkstraat. Daar zitten een Oldenzaalse vader en zijn dochter op een bankje te praten. Het is eind maart 1945. “De strijd lijkt voor de Duitsers nu echt verloren papa. De geallieerden trekken op.” De vader is minder enthousiast. “Een kat in het nauw maakt rare sprongen.” Op 1 april, eerste paasdag, zijn de meeste Duitsers vertrokken. “Het was een roerige nacht en om half zes in de ochtend liep ik naar buiten,” vertelt de vrouw. “Er kwam een Canadese mijnenveger langs die de klinkers eruit sloeg. Overal liepen knappe Engelse en Canadese militairen. Het was tweede paasdag en we waren vrij! Vanaf 5 mei werden overal feesten georganiseerd. Ook hier. Er was muziek en er werd gedanst.” Het bandje dat op de markt aanwezig is begint te spelen en de vrouw trekt iemand uit het publiek om mee te dansen.
“Helaas ging het gruwelijk mis omdat een groepje vrienden een granaat uit het Marthadepot mee had genomen. Waarnemend burgemeester Ankoné had nog zo gewaarschuwd om het niet te doen. Het was de bedoeling dat de granaat omhoog zou gaan, maar door de hitte schoten alle brandplaatsjes in het rond waardoor 7 jongens, een meisje en twee geallieerden overleden.”
We lopen terug naar de Herdenkingstuin waar een veteraan verhalen vertelt over collega’s die over de hele wereld op missie zijn geweest. Ze vertelt ook haar eigen verhaal over haar missie in Bosnië-Herzegovina, wat iedereen enorm aangrijpt. Deze theaterwandeling zet iedereen aan het denken. Een indrukwekkend schouwspel, aangevuld met prachtige muziek. Een aanrader voor iedereen!
Wendy Eerland