40-jarig bestaan LAAC Twente

Oldenzaal wordt de vestigingsplaats. Er is in die gemeente geen atletiekvereniging en mogelijke strubbelingen met clubs in omliggende steden worden zo voorkomen. Café-restaurant Siemerink bij het Hulsbeek fungeert als uitvalsbasis voor de trainingen. De uitbater legt in een schuur provisorisch douches aan en de wegen en paden in het recreatiegebied zijn perfect om te lopen. Daarnaast wordt er op donderdagavond een uurtje getraind in het FBK-stadion in Hengelo en eenmaal per maand op zaterdag in Ootmarsum. Binnen een jaar na de oprichting wordt het 100ste lid ingeschreven en in 1989, bij het vijfjarig bestaan, het 250ste lid. Vanaf halverwege de jaren negentig groeit het ledental fors, met dank aan de ‘loopgolf’ die door Nederland waart en de medewerking van LAAC-trainers aan de loopclinics van Marti ten Kate.

Veertig jaar later na de bijeenkomst in De Sloep viert LAAC Twente het veertigjarig bestaan. De ‘volkstuin’ is opgebloeid tot een club met ruim 300 leden, een vijfkoppig bestuur, diverse werkgroepen en enthousiaste vrijwilligers. De activiteitenkalender is grofweg al die jaren dezelfde gebleven; de dinsdagtraining in het Hulsbeek, de baantraining in het FBK-stadion op donderdag, informele trainingen in het weekend en zaal-krachttraining in het winterseizoen. En dan zijn er verspreid over het jaar ‘eigen’ wedstrijden; de Hulsbeekcross, baanwedstrijden en de Halve Marathon van Oldenzaal, al valt dat laatste evenement onder een aparte stichting.

De stabiliteit in organisatie betekent niet dat er sprake is van stilstand. Met de toename van gediplomeerde trainers is de kwaliteit van de trainingen toegenomen en kan elk lid onder deskundige begeleiding op verschillende niveaus de sport beoefenen. In de groep met snelste lopers ligt het accent op prestaties, bij lopers die minder competitief zijn is ook het sociaal samenzijn een drijfveer. “De kracht van LAAC is dat wij prestatie en plezier combineren”, zeggen ereleden Hans Damveld en Huub van Langen. Beide hebben sinds de jaren negentig bestuursfuncties vervuld en zijn ook actief (geweest) als trainer. Zij ervaren LAAC Twente als een vereniging met een echt clubgevoel. 45 leden zijn al langer dan 25 jaar lid. “Ik ging in 1990 een keer meetrainen en ben nooit meer weggegaan”, verduidelijkt Van Langen. Anno 2024 is de gemiddelde leeftijd 52 jaar, al zit het aantal jongere leden in de lift.

Damveld en Van Langen zijn ervan overtuigd dat LAAC Twente in de nabije toekomst blijft floreren. Met de uitstekende reputatie, een stabiel ledental, gediplomeerde trainers en een degelijk kader ligt er een goed fundament. “Wel is het jammer dat atletiek, en daarmee de prestaties van onze atleten, in de media wat ondersneeuwt want meer aandacht zou wel helpen”, verklaart Damveld. Het ontbreken van een eigen sportaccommodatie wordt niet als een gemis gezien. Van Langen: “Bij het Hulsbeek gebruiken we de kleedkamers en de wielerbaan van OWC en rond de vijvers ligt een perfect afgemeten intervalparcours . En het FBK-stadion heeft behalve een fantastische baan een kantine waar we na de training gezellig wat drinken.” Bovendien kan de contributie op die manier laag gehouden worden; voor nog geen €100,- kun je het hele jaar meetrainen.

Net als bij het tienjarig bestaan staat ook nu het Hengelose atletiekstadion centraal tijdens de jubileumactiviteiten. In 1994 haalden de leden het Guinness World Records-boek met estafettewedstrijden die maar liefst 100 (heren) en 24 uur (dames) duurden. Op 31 augustus werd het 40-jarig bestaan luister bijgezet met duurlopen van 20 en 40 kilometer door de regio en wandelingen (5 of 10 km). Alle afstanden finishten in het stadion. Op de baan zelf konden leden meedoen aan een 5-km wedstrijd. En LAAC zou LAAC niet zijn als het sportieve gedeelte niet wordt afgesloten met een informeel samenzijn.