Algemeen
Briljanten huwelijksfeest voor echtpaar Schonewille-Sanderman
OLDENZAAL - Als kind knikkerden ze samen op straat, want ze woonden bij elkaar om de hoek. Tien jaar later kregen ze verkering en op 30 december vierden Gerrit (86) en Corrie (88) dat ze maar liefst 65 jaar getrouwd waren. Wat een mijlpaal! Op dansles bij Brammetje Harberink van Hotel de Ster sloeg de vonk over, waarna ze voor altijd bij elkaar bleven. Hij was 14 en zij was 16.
De vader van Gerrit werkte in Indonesië bij de KNIL. Zijn ouders trouwden met de handschoen, wat betekent dat één van de partners niet bij de huwelijkssluiting aanwezig kan zijn en wordt vervangen door een gevolmachtigde. Na een jaar reisde zijn moeder hem achterna. Zowel Gerrit als zijn zes jaar oudere zus werden daar geboren. Op 10 mei 1942 drongen de Jappen binnen en het hele gezin belandde in een Jappenkamp. Hij was nog maar vier en zijn zus tien. Ze woonden daar vier jaar. Zowel zijn vader als zijn zus overleefden het kamp niet en samen met zijn moeder reisde hij uiteindelijk terug naar Nederland.
Omdat zijn moeder een stiefmoeder in Oldenzaal had, was het in die tijd vanzelfsprekend dat ze daarbij introkken. Dat was geen succes en ze verhuisden vaak. Toen ze in 1952 uiteindelijk een woning in de Violenstraat toegewezen kregen, werd het rustiger in zijn leven. Hij had inmiddels acht lagere scholen vanbinnen gezien. Hij ging naar de ULO en koos de wiskundige kant. Daarna wilde hij naar de HTS in Enschede. Hij had al verkering met Corrie en toen hij tijdens de open dag hoorde dat die studie vier jaar duurde, besloot hij dat hij dat te lang vond. Scheepswerktuigkunde was maar twee jaar; dat moest het worden. Gerrit had er alleen niet bij stilgestaan dat hij daarna vaak lange tijd op schepen door zou moeten brengen.
Na een paar jaar kreeg hij een half jaar studieverlof om een volgend diploma te halen, waarmee hij een rang hoger kwam. In plaats van lange tijd op een vrachtschip werken, mocht hij nu een half jaar als werktuigkundige meevaren op passagiersschip ‘Nieuw Amsterdam’. “Dit was hetzelfde schip waarmee we gerepatrieerd waren van uit Indië,” vertelt Gerrit. “Tijdens een volgend verlof kreeg ik te horen dat ik weer voor langere tijd weg moest, tenzij ik voor het nieuwe jaar trouwde of een kind kreeg. Ik zei direct dat ik datzelfde jaar nog ging trouwen. Corrie wist nog van niks,” lacht hij. Dat is de reden dat ze op 30 december, net voor het nieuwe jaar, op de valreep nog trouwden. In 1960 werd hun eerste kind, een zoon, geboren.
Hij maakte korte reisjes in de buurt op passagiersschip ‘Statendam’. Tot 1965. Aan het einde van januari van dat jaar werd hun eerste dochter geboren. “Toen hoorde ik dat ze me een half jaar naar Australië wilden sturen. Ik nam ontslag per 1 februari en zocht een baan op het land. Bij Honeywell in Amsterdam kon ik aan de slag in de buitendienst, met Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel en half Gelderland als rayon.” Tot grote vreugde van zijn kinderen (hun tweede dochter werd in 1970 geboren) kwam hij ook in een chipsfabriek en bij de Marsfabriek, waar hij allemaal lekkers mee naar huis kreeg.
Corrie had vier zussen en bracht haar lagereschooltijd door op de christelijke basisschool tegenover de Plechelmus. Daarna ging ze in Oldenzaal naar de huishoudschool bij de nonnen. “Dat was heel gezellig,” lacht ze. Ze ging hier samen met een vriendin heen. Daarna vond ze een baan bij Gelderman, waar ze koffie en thee rondbracht en poetste. Toen ze trouwde moest ze stoppen met werken. Later vond ze nog wel een baan bij een bruidsmodehuis, waar ze jurken op maat maakte. “Dat was leuk werk.”
Een gouden tip voor zo’n lang en gelukkig leven met elkaar hebben ze niet. “Gewoon adem blijven halen,” zegt Gerrit nuchter. “En we mopperen nog weleens op elkaar,” vult Corrie aan. “Maar dat hoort erbij en daarna maak je het gewoon weer goed.”